Wij zijn vier studenten van de TU Delft. Vanaf november zullen we naar Gambia reizen. Dit land, net als vele andere, kampt met voedselonveiligheid. Met de voortdurende klimaatverandering wordt dit probleem alleen maar erger. De droge, warme en veranderende omstandigheden maken van Gambia een moeilijke omgeving om gewassen te verbouwen. We zullen in Gambia zijn van november tot begin februari om een nieuwe vorm van tuinbouw te introduceren bij de lokale boeren. Deze vorm van tuinbouw heet hydrocultuur; deze methode van het bewateren van gewassen verbruikt minder water, vergt minder arbeid en veroorzaakt geen bodemdegradatie. In plaats van gewassen in de grond te planten, worden de wortels opgeschort in water met voedingsstoffen. De hydrocultuursystemen zullen worden gebouwd in Kuntaur, een dorp op het platteland van Gambia. De meeste mensen hier zijn afhankelijk van de landbouwsector, vandaar dat ons project daar is gelokaliseerd. We zullen voornamelijk samenwerken met vrouwelijke boeren, die de grootste werkkracht vormen in de landbouwsector. De hydrocultuur zal voornamelijk bestaan uit natuurlijke materialen en de benodigde voedingsstoffen zullen ook worden verkregen uit lokaal bronmateriaal. Deze methode gebruikt tot wel tien keer minder water dan conventionele bewateringsmethoden. Een veelvoorkomend probleem bij dergelijke projecten is de continuïteit. Door lokale boeren vanaf het begin van het project te betrekken, streven we ernaar om de voortzetting van het project te waarborgen na ons vertrek. Kortom, we zullen hydrocultuur introduceren; een manier om voedselzekerheid voor de lokale bevolking te garanderen met minder water, minder arbeidsintensief en over het algemeen beter voor het milieu!
